Boetekleed


over het laatste taboe


© 2019 peter frensdorf

Peter@negologic.com

Alle rechten voorbehouden.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.


Boetekleed



  1. stranddag

  2. dinsdag

  3. vrijdag

  4. vader dag

  5. zondag

  6. elke dag is Monday

  7. vakantiedag

  8. donderdag

  9. verhuisdag

  10. ziekendag

  11. verjaardag

  12. vrijdag

  13. home run dag

  14. een of andere dag

  15. geboortedag


1

stranddag


Zoals een ééndagsvlieg die de zon ziet dalen, blazen dagen en weken voorbij in een zucht. Een briesje, weer een maand verdwenen. Het gaat steeds sneller net zoals een droom, want dat is een nachtmerrie natuurlijk ook. Ben ik echt al vierenveertig jaar oud? Een minuut geleden was ik nog twintig. Maar een mens is niet een leeftijd, ik heb heel andere noten op mijn klaagzang.


Ontluikende vormen, spetterende jeugdigheid, onweerstaanbare lach begeleiden het aanzien van mijn dochter. Rank, slank, ondeugend en in overtreffende trap verleidelijk zoals haar moeder toen ik haar ontmoette.

Het spreekt vanzelf dat ik verplicht ben de andere kant op te kijken wanneer ze gaat "skinnydippen" met haar vriendinnen, wiens bekoorlijkheden verbleken in haar aura. Maar dat kan ik niet. Want dat is mijn straf voor mijn misdaden, ongepleegd.

Mon, zoals haar kompanen haar noemen laat het water tot schaamhaar hoogte komen voordat ze met een merg en been gilletje terug rent op de veiligheid van het droge lauwe zand.

"Koukleum!" Ik duw haar tegen een handdoek in vermomming van zorgzame vader, het excuus dat ik zo dicht in de buurt ben. In plaats van onverschillig een krant te lezen zoals het hoort. Maar mijn vervloekte ogen kunnen maar op één plaats zijn.

"Oh P, je bent een engel." Doet Mon alsof ze oprecht is verrast, en ze mij niet had waargenomen.

Ze aanvaard dankbaar en droogt de zonnestralen weerkaatsende parels op haar licht gebruinde huid. Zoals het gekrulde katoen haar lichaam aflikt, gevolgd door mijn verstolen blikken, schijnt verder iedereen te ontgaan. Gelukkig is een woord dat ik niet wil, kan gebruiken.

Haar vriendinnetjes giechelen over haar bangheid en gaan extra overdreven lawaai maken en spatten.

Het moment dat ik het water inloop voel ik wat Mon bedoelde, het is werkelijk koud. Maar een echte vent mag niet aarzelen, ik duik direct in de eerste golf en begin te zwemmen.

Daar ben ik nog altijd heel goed in en ik crawl mezelf langs de springende nimfen die mijn bewegingen bibberend bewonderen. Want ik weet dat ik er goed uitzie en niet alleen voor in de veertig.

Dat vereist veel werk, want het is verre van gemakkelijk om een onverschillig knap uiterlijk te tonen op mijn leeftijd. Zoals de meeste mannen heb ik verlatingsangst wat mijn hoofdhaar betreft.

Maar vooralsnog is daarvoor weinig reden, duidelijk dunner, maar omdat het krult blijft het aanzien acceptabel. Stiekem regelmatig bespuiten met citroensap, waardoor ik blonder lijk in plaats van grijzend.

Tanden laten bleken, twee keer per week trainen en nee zeggen tegen ijsjes en slagroom. De strijd tegen overgewicht verlies ik toch wel op lange termijn. Elke ochtend neem ik trouw mijn vitamine C, met letters XT ervoor bij mijn verse sinaasappelsap, want dat geeft extra energie.

Toch raak ik ontnuchterend snel buiten adem van mijn aanstellerij en hap een golfje zout water dat me bijna doet kotsen, zo smerig.

Ik draai op mijn rug en zie vanaf de afgelegde afstand ons nestje op het strand van Zandvoort. Een verraderlijk idyllisch plaatje voor het familiealbum. Achter een stevig in het zand gestoken parasol, onttrekt Sylvia zich genadig aan mijn blik.

Mijn vechtgenote leest een of ander dom boekje in haar bikini want topless zonnen is in haar wereld uit de mode. Het feit dat we op het naaktstrand verkeren verandert daar niks aan.

Als Sylvia zich ergens mee bezighoudt dan is het wel met wat "in" is. Tot mijn groeiende irritatie want vroeger had ze wel degelijk een eigen mening, die als toevalligheid overeen kwam met de mijne. Ik begin in tamme schoolslag terug te zwemmen en spuug onderweg nog een keer of twee zeewater uit.

Voor ik de nattigheid verlaat trek ik even mijn verstand in model want koud water kan een krimpende werking hebben. Gelukt, mijn ledemaatje zwiept lustig heen een weer terwijl ik terug stap naar mijn badlaken en neerplof.

"Dank je wel!" merkt Sylvia op want manlief, zowel als zon, water en zand hebben de eigenschap haar lastig te vallen.

De achterkant van haar boek: "Mr. Mercedes" van Steven King wijst in mijn richting. Een van de weinige schrijvers die beter leest na vertaling, King spuugt boeken uit met dermate snelheid dat zijn woordkeuze het zonder mijn bewondering moet doen. Ik grom iets onverstaanbaars terug en geniet van de warme zonnestralen op mijn verkleumde lijf.

Mon is inmiddels ook gaan liggen en ik neem haar sierlijke contouren waar. Ze vind haar borsten te klein en overweegt vergroting zoals sommige van haar vriendinnen, wat haar wijze ouders eensluidend weigeren. Ze is zestien!

Als vader mag ik niet opmerken dat haar borsten juist eminent passen op haar ranke lijf, met van die ingetrokken tepels die zich onopgemerkt willen voordoen, en juist daarom aandacht verdienen. Borstvergroting zou een schande zijn, je kan net zo goed in het Rijksmuseum met een operatiemes schilderijen mishandelen.

Is het niet onzinnig dat ik een verbeterde versie van mijn vrouw moet negeren? Waarom moet ik gestraft worden op deze manier? Incest is een smerig woord dus kan ik mijn gevoelens met niemand delen.

Als Mon met een vriend thuiskomt waarmee ze intieme momenten wil delen, zou ik zo'n vreemde geluksvogel niet driehoog uit het raam zijn vrijheid mogen geven?

Ik zie het beeld al voor mij, dan komt het besef dat iemand tegen mij heeft aangekletst. Het is Sylvia, met wenkbrauwen gekruld als vraagtekens kijkt ze mij aan.

"Eh, wat?" doe ik verstrooid.

"Haring of niet? Die vent is hier!" Dat verklaart dat gebel in mijn hoofd. Toch geen bloedschande alarm.

Ik spring weer op mijn voeten en bind even een handdoek om mijn middel, grijp mijn bundeltje euro's. Mijn dochters vriendinnen liggen in diverse graderingen van naaktheid om haar heen want planeet Mon bezit nu eenmaal magnetische aantrekkingskracht. Haar satellieten, een heeft haar broekje aan, de ander draagt alleen een top. Ik kan verbrand vlees ruiken, gemarineerd in kokos olie. Alleen Mon en haar hartsvriendin Christa doen in poedel, het naaktstrand eer aan.

"Willen jullie haring?" vraag ik zorgvuldig aan hun gezichten. Wat hun lichamen verlangen gaat die ouwe vent, Mon's vader tenslotte niet aan. Zoals verwacht gaat iedereen door elkaar roepen dus loop ik naar het karretje en bestel van alles wat want wie kan dat gekwetter onthouden?

"Uitjes of zuur?" wil de bepukkelde verkoper weten, blik strak gericht op mijn entourage.

"He! Ik sta hier!" Corrigeer ik mijn mede viespeuk, ook al heeft hij leeftijd en gebrek aan bloedverwantschap voor op mij.

"Hele zure bom gesneden en uitjes apart!" bestel ik ferm en reken exorbitant af, bewijs dat vrijpostigheid in Nederland altijd een prijskaartje heeft. Hoe hij aan dat bedrag komt interesseert mij hoegenaamd niet dus gooi ik hem zijn biljetten toe.

De stapel kartonnetjes met haring en plastic vorkjes verdeel ik vervolgens achteloos en iedereen lijkt na enige wisseltrucs tevreden. Alleen Sylvia bekijkt haar broodje met een vies gezicht.

"Ja, ze hadden alleen zachte broodjes" voeg ik haar toe met ophaalde schouders, in het besef dat hierna iedereen weer dorst gaat krijgen.

Een lekker dagje naar het strand betekende eindeloos heen en weer beren met pa Bergs bloedende portemonnee. Ik verwijder de handdoek en ga liggen, betrap mezelf op het door half gesloten oogleden beloeren van Mon's gestalte, op vijf onbereikbare passen verwijderd.


Ik laat mijn gedachten afdwalen naar wat Sylvia vroeg toen wij de eerste voetstappen op de landkaart van onze relatie zetten.

"Zijn mijn schaamlippen wel gelijk? Steken ze niet uit?" Om de waarheid te zeggen die ik destijds wijselijk voor mij had gehouden, ja. Maar daar wen je als man aan.

Toen Mon op zesjarige leeftijd naakt op een badlaken heen en weer lag te rollen bemerkte ik tot mijn afgrijzen dat ze een absoluut perfecte designer vlinder had meegekregen. Ook dat nog! Gucci, Versace en Cardin hadden het aanbeeld niet kunnen verbeteren. Gruwelijk oneerlijk, ze heeft nooit een lelijke periode gekend als kind, tandeloos of niet.

Toch waren mijn gevoelens op dat moment niet meer dan bewonderend in combinatie met gezonde dosis afgunst . Nog lang niet...

Pas toen ze begon te groeien in lengte en ook nog een stel perfecte meisjes borsten begon te groeien werd haar moeder lichtelijk kortaf tegen haar en ik juist langer van stof. Ik ben op die wijze in een horror toneelstuk verzeild geraakt, waarin mijn dochter de hoofdrol speelt van mijn vrouwelijke ideaal.

Het voelt als messteken in mijn schaamtevolle, wild kloppende hart.


De rit naar Laren werd, net als heenreis onderbroken door stops in Duivendrecht en Naarden om haar gezellen af te zetten. Elk afscheid moet eindeloze minuten duren want de meisjes die de hele dag samen hebben doorgebracht bedenken juist op dit moment belangrijke nieuwtjes. Terwijl ik alleen maar naar huis wil om het zand van mijn lichaam te spoelen:

"Schiet eens op Mon!"

Geen vaarwel kunnen zeggen als einde van een conversatie, wat dat betreft is dochter net als haar moeder. Maar Sylvia's schelle stem heeft er ook genoeg van:

"Monique! Nu afkappen!" en ze kijkt even mij aan om aan te tonen hoezeer onze neuzen in dezelfde richting wijzen.

Ik beloon haar met een definitieve knik. We hebben geen liefde meer te delen, maar we portretteren hoe ouders zich gedragen als ze hun dochter niet aanbidden noch haar schoonheid kwalijk nemen.

Nu Mon eindelijk weer heeft plaatsgenomen verschaft mijn achteruitkijkspiegel het cadeau van haar nestelende aanbeeld, zonverbrand, slaperig en aandoenlijk. Haar lange bruine benen opgetrokken op het beige leer, een bundeltje Mon.

In de rol van vader: "Kijk die schat."

Sylvia draait zich onverschillig nauwelijks een kwartslag;

"Moe van de zon, net als ik."

Thuis gekomen springen de drie musketiers uit hun badgoed om te gaan douchen, ouders boven, dochter in haar eigen badkamer op begane grond.

Massale zand verspreiding over de koele stenen vloer maar morgen komt de werkster wel opruimen. Mon is verbrand ondanks zonnecrème, net als ik. Sylvia heeft door haar monopolie op de parasol nergens last van.

"Doe je even Aloe Vera?" wil mijn druppelende dochter weten, mij haar rug toedraaiend. Zonder deze vraag te verwaardigen met een antwoord warm ik de vloeistof eventjes in mijn handen maar ze gilt toch van mijn eerste aanraking:

"Koud!" Ik sla geen millimeter over tot ze roept dat ze zelf haar kont al heeft gedaan en weg is ze. Het restant gebruik ik maar op mezelf, haar contouren ferm geboetseerd op mijn netvlies, naar ik hoop voor eeuwigheid. Later haal ik twee enorme porties Chinees, de kwaliteit is niet meer dan redelijk maar gemakzuchtig gelegen aan de overkant, net voorbij de Hertenkamp. Het is een verademing net te doen alsof alles normaal is, vader, moeder en dochter aan het avondmaal. Niets te zien hier, agent!

Geen vreemde duistere gebeurtenissen doen zich voor, behalve in mijn hoofd, in mijn oeverloze fantasie.


We eten in relatieve stilte het semi lauwe resultaat met verschillende kleuren, maar alles heeft zo'n beetje dezelfde smaak. Doodop gaan Sylvia en ik naar bed om half tien.

Maar ik, opgehitst door de gebeurtenissen van de dag, vergrijp me aan haar witte strepen, kort en krachtig. Hetgeen ze zonder commentaar of emotie laat gebeuren. Seks is bij ons allang geen teamsport meer.

Meer een stuurloze tweepersoons kano in een rimpelloze rivier van zelfbevrediging.

"Dat was lekker. Maar ik wil nooit meer naar het naaktstrand " deelt ze mee voor ze zich omdraait en in slaap valt, mij achterlatend. Alleen met mijn intense geheim. De pillen en Single Malt op mijn nachtkastje werken altijd te langzaam.



2

dinsdag


Kantoor heb ik thuis op de bovenste verdieping en ik ga trouw aan het werk. Diverse zaken zijn binnengekomen tijdens die ene dag dat ik er niet was en ik overzie snel de opties voordat ik advies ga geven. Onderhandelen is nu eenmaal wat men een zachte wetenschap noemt, omdat er geen absolute wijsheden bestaan. Het is dan ook nauwelijks aan leren, je hebt aanleg of niet. Gelukkig voor mij hebben de meesten geen enkel idee hoe ze commerciële interactie moeten analyseren, laat staan het uiterste resultaat bereiken. Tijdens mijn trainingen vergelijk ik de kunst van onderhandelen met seks, omdat je nooit een man tegenkomt die beseft hoe waardeloos hij is.


Zo ook Hans, die mij heel diep laat zuchten want de door hem voorgestelde email bestaat uit zweep, met geen wortel in zicht. Hopeloze vent!

Mensen die zich niet aan contracten houden doen dat in de regel doelbewust. Zo'n persoon is dus niet bang te maken, ze hebben vaker van dat bijltje gehakt gemaakt. Ik mail hem korte tijd later een heel andere tekst terug en dan is het tijd voor koffie.

Een paar keer per dag drink ik heel speciale mix waarvan koffie slechts één van de vijf ingrediënten mag inhouden. De rest bestaat hazelnoot siroop, melkpoeder, chocolade en een flinke scheut Baileys en Ameretto. Een kop voor mensen die niet van koffie houden.


In de middag heb ik een bespreking bij een grote gloeilampen fabriek vlakbij Amsterdam. Ik draag tijdens afspraken en lezingen altijd een op maat gesneden pak en nooit een das. Dat geeft namelijk de indruk dat deze gebeurtenis voor jou van belang is, een hele verkeerde boodschap. Wel heb ik een imposant spierwit Seidensticker overhemd aan want men geeft nu eenmaal liefst geld aan degenen die het niet nodig hebben.

Ik heb vooraf een code gekregen voor de parkeergarage en parkeer royaal, want het bijna leeg. Kijk niet zo raar! Ja, ik open inderdaad de middenconsole, breek een capsule en neus een kort lijntje wondervim.

Dat doen advocaten ook voordat ze hun designer schoenen op de vloer van de rechtszaal zetten. En onderhandelaren voor trainingen en besprekingen. Ik ben tegenstander van alle soorten drugs maar zijn mijn eigen keuzes slechter dan medicatie voorgeschreven door een Witjas?

Met mate, daar gaat het om. Je moet zelf aanvoelen waar je lichaam behoefte aan heeft en vooral niet anticiperen of over-doseren. Met zorgvuldig afgeveegde neus meld ik me mijn aankomst bij de receptie.  

Ontmoeting met een First Vice President die mijn boek heeft gelezen en interesse toont in diverse trainingen. Hij komt zelf naar beneden om mij te begroeten. Zijn mooie titels zeggen mij niet veel, de man draagt een slungelig kostuum en loopt te stuntelen om samen met mij weer binnen te komen. Aan de receptie zegt hij:

"Ik ben mijn pasje vergeten, kunt u even opzoeken?"

"U bent net naar buiten gekomen..." merk ik op, kurkdroog.

"Ja, de beveiliging is gecompliceerd." Dusdanig dat de bewakers hem niet herkennen en hij allerlei bewijs moet tonen weer om toegelaten te worden. Opnieuw een herinnering waarom ik nooit voor de verleiding ben gevallen om voor een groot bedrijf te gaan werken.

Ik ben klaar met invullen van mijn gegevens wanneer de bewaker tevreden is gesteld en dan mogen we naar zijn kantoor.

Indrukwekkend uitzicht over Amsterdam Zuid. Nadat het gesprek voorbij is verlaat ik het pand onverschillig. Trainingen brengen wel geld maar bitter weinig voldoening. Toen ik groen was wilde ik niets liever dan anderen wijzer maken, nu na jaren weet ik beter.

Mensen zijn hopeloze slaven van een gedragspatroon dat ze niet kunnen veranderen. Helemaal als ze een MBA achter de kiezen hebben denken ze dat de wijsheid is gepacht voor de duur van hun verdere leven. Tijdens een training wil men geanalyseerd worden en geamuseerd met humoristische voorbeelden. Trainingen hebben het doel deelnemers een beetje af te breken, om zo later de indruk geven dat verbeteringen zijn ontstaan.

Na afloop mogen cursisten mij beoordelen en dus is het belangrijk om de illusie achter te laten dat ze mijn openbaringen werkelijk kunnen gebruiken in hun dagelijks werk. Volslagen onzin natuurlijk.

Ik neem me voor een zwaar prijskaartje aan de training te hangen. Zodat ik tevreden ben ongeacht hun beslissing.


Op de terugweg stop ik bij de gym, altijd zo'n anderhalf uur trainen. In de spiegel zie ik wat ik heb opgebouwd de laatste vijfentwintig jaar, goede armspieren, borstkas. Mijn sterke benen ben ik mee geboren denk ik.

Hoe de eerst biceps op zich lieten wachten, dat weet ik nog goed.

Met twintig kilo extra op mijn slanke postuur vallen mijn polsen op, nog steeds net zo mager als toen in teenager was. Borstspieren moet ik wel in de gaten houden, verval ist verboten! Mijn middel is niet meer wat het is geweest en daar verwacht ik weinig verbeteringen. Ik ben dol op koken, altijd heel ontspannend na een dag geestelijk inspannen.

Ik zie kids die steroids gebruiken, die pik je er zo uit. Staan alleen maar te flexen voor de spiegel en trainen nauwelijks. Een beetje pompen, dat is alles. Mij imponeren ze er niet mee.

De gedachte dat een van die jongens binnenkort mijn Mon zullen bespringen maakt mij ziek. Ik wil er niet aan denken en ik doe het steeds, elke keer dat ik iemand zie van haar leeftijd. Wat voor soort uiterlijk zou ze op vallen? Ik heb geen idee, en denk dat ze zoiets alleen met haar vriendinnen bespreekt. Toch eens voorzichtig polsen, die Christa doet altijd overmatig vriendelijk tegen mij, die zou misschien wel eens iets kunnen delen met mij.

Zoals ik vroeger altijd de jongste was in mijn omgeving, zijn Mons vriendinnen meestal een jaar of twee ouder. Die Christa is zeker achttien, toch? Ik denk weleens dat ze aan het flirten is met mij, maar met zoiets moet je oppassen. Misschien is het alleen vriendelijkheid.


Als ik thuiskom is Mon er ook al en, als je het over de duivel hebt...

"Christa kan zeker wel blijven eten, hé?" roept ze mij toe. Natuurlijk knik ik. Ze had niet anders verwacht, mijn betrouwbaar verwende wicht.

Ik maak vis omeletten met rijst en tomaten saus en er is altijd veel teveel. Sylvia komt de keuken in en ik laat haar proeven, ze knikt bewonderend want smaak heeft ze wel. Tijdens de maaltijd kletsen Christa en Mon non-stop en wij krijgen nauwelijks een woord tussen hun enthousiaste gesnater.

Sylvia ruimt op, smijt alles in de afwasmachine.

"Dat was zaaaalig meneer van der Berg!" Christa komt heel dicht bij mij staan en ik kan haar aroma ruiken, niets om over naar huis te schrijven. Mon komt terug met een boek om haar te laten zien,

"Deze, weet je wel?"

Als ze later naar haar kamer gaan probeer ik af te luisteren maar ik verneem alleen gedeeltes van zinnen. Te lang blijven hangen kan niet anders gaat Sylvia er wat van denken.

Die nacht kan ik weer geen slaap vatten ondanks mijn pillen en banjer rond op de beneden verdieping wanneer ik Mon hoor praten in haar kamer. Maar met wie? Is Christa blijven slapen of zit ze weer te Appelen? Oh, hoe haat ik al die Apple computers wanneer die openstaan elke keer dat ik lezingen geef op universiteiten. Heel af en toe een HP of ander merk, die sukkels horen er dus niet bij.

"Oh kom nou!" dat was Mon, heel duidelijk. Gefluister en gelach. Dan:

"Geen kans hoor. Vergeet het maar." Weer samen grinniken. Praten al die jonge meisjes op die manier? Ik denk van wel. Vezelen, onverstaanbaar en dan slaat de deur open en Christa stormt naar buiten. Ze ziet mij direct. Ik in mijn onderbroek, zij in oversized T-shirt met blote benen. Ik besef, samen zijn we fatsoenlijk gekleed of helemaal naakt.


Want ik weet inmiddels, ondergoed is een vraagteken bij meisjes in die leeftijd. Ze komt op mij af en zegt met een stem die ik niet eerder heb gehoord hallo. Zwoel boven haar jaren. Ik knik en om mezelf houding te geven doe ik de koelkast maar open en kijk doelloos naar binnen.

Terwijl ik afvraag wat ik moet pakken want ik heb nergens zin in voel ik haar lichaamswarmte wanneer ze bijna tegen mij aan gaat staan. Nu is er geen twijfel meer en toch beweeg ik niet, mentaal beton omvat mijn enkels. Haar hand glijd naar de voorkant van mijn shorts en ze omvat even maar duchtig.

Hij accepteert de korte streling zonder opstandigheid.

Dan grijpt ze een blikje Cola, alsof dat was wat ze zocht. Ik draai me om:

"Wat..."

"Sttt." wijsvinger op haar lippen, de meeste mannen zullen mij benijden, maar ik ervaar het als verwarrend, irritant. Dan loopt ze naar het toilet. Direct komt Mon speurend naar buiten.

"Oh ben jij hier?"

"Ja, ik moest even..... iets pakken" zei ik tam want mijn handen zijn leeg. Mijn dochter luistert soms zeer beperkt naar wat ik heb te zeggen, deze maal prijs ik mij gelukkig. Ze verdwijnt weer richting haar kamer, gekleed zoals haar vrijpostige vriendin, mijn argusogen bespeuren millimeters onderkant van haar blote billen. De lucht die ik adem is koud als ijs. Ik drentel doelloos achter haar aan:

"Wel gaan slapen, hoor. Want het al laat."


Ze keert om in haar deuropening met felblauwe ogen, alsof ze kan zien, wie ik ben en wat ik wil, liever dan wat dan ook. Haar bouquet is fris en zoet, zoals je kan verwachten van een verlokkende vleesetende bloem, die insecten aantrekt om ze vervolgens met voorhuid en schaamhaar te verorberen.

Dan ga ik naar boven waar Sylvia ligt te ronken. Zij wel...

Contact mij voor de rest, die email ik graag als PDF. 

Contact








©2024 Peter Frensdorf PeterFrensdorf@outlook.com
Mogelijk gemaakt door Webnode Cookies
Maak een gratis website.